Femke: ‘Iedere omweg bracht me dichter bij mezelf’


De toeristische route van je leven

Ik kom vaak bij de bakker. Je kent ‘m misschien wel: die échte, hartje Tilburg. Ik maak een praatje, mik wat broden in m’n tas en fiets weer naar huis. Soms tref ik Femke: begin twintig, een subtiel schitterende neuspiercing en een opvallend rechte rug. “Hé, kom je weer broden stacken?”, grapt ze met haar Friese tongval. Over twee weken slingert ze haar backpack om en vertrekt.

Ik kan haar nog nét interviewen, want dat wil ik graag. Dus ik trok de stoute sneakers aan, en nu zitten we hier tegenover elkaar, in de LocHal. Haar leren jas hangt losjes over de leuning van de luie stoel. Met een open blik kijkt ze me aan. “Ik vind dit echt heel tof”, zegt ze. “Zo’n gesprek over de kronkelwegen in het leven. Dat helpt me mijn leven te bekijken van een afstand.”

Dansen als uitweg
“Ik ben 23”, vertelt ze, “en kom uit IJlst, onder de rook van Sneek. Maar ik voelde me er als kind al niet thuis. Het is er zo nuchter, zo gesloten. Gelukkig ging ik dansen vanaf mijn achtste. Toen merkte ik dat dansers anders zijn. Kunstzinniger, kwetsbaarder, opener. Bij hen voelde ik me wél thuis.”

Dansen ging haar goed af. Jarenlang pendelde ze op en neer tussen IJlst en Leeuwarden voor de vooropleiding van de dansacademie. Daar maakte ze een solovoorstelling over het aangeven van grenzen. “De tranen rolden over mijn wangen tijdens die voorstelling. Al die mensen die zaten te kijken naar hoe ik dat uitbeeldde. Het was echt heel kwetsbaar, maar ik haalde er ook veel steun uit.” Drie doordeweekse dagen – direct na school – en elke zaterdag stonden in het teken van dans. “Hoe ik het volhield, weet ik niet meer, want de havo was alleen al heel pittig voor me.” Maar volhouden, dat deed ze. En hoe.

De klap van de afwijzing
Met haar zestien jaar deed ze auditie op de Rotterdamse dansacademie. “Dat was heel intimiderend”, biecht ze op. “Streng kijkende docenten en dansers van over de hele wereld, veel beter dan ik.” Ze werd afgewezen. “Ik wilde dit al mijn hele leven. Ik had er álles voor opzij gezet. En nu kon ik niet verder. Huilend trok ik mijn balletpak uit. Ik voelde me verslagen.” Ook audities in Arnhem en Amsterdam leverden geen entreebewijs op. Wat moest ze nu?

Doorgaan, was haar antwoord. Een kleine twee maanden later haalde ze de havo met de hakken over de sloot en probeerde verpleegkunde, want van haar ouders moest ze studeren. “Ik hield het drie maanden vol. Nu kan ik erom lachen, maar ik vond het verschrikkelijk.” Uiteindelijk deed ze opnieuw auditie, nu in Tilburg. Hier werd ze wél aangenomen.

Waarom dans ik eigenlijk?
Het geluk was van korte duur, op de dansacademie in Tilburg. “Ik kwam in een omgeving die niet bij me paste. Leraren waren streng en ik vatte alles persoonlijk op. Het was urenlang dansen en alleen maar in de studio bezig zijn. En áls ik een momentje vrij had, dan moest ik wéér dansen.” Ook het auditeren was een wereld apart. “Negen van de tien keer word je afgewezen bij audities waar je veel tijd in hebt gestopt. Ik was eigenlijk continu overwerkt.”

Gaandeweg ontdekte Femke dat ze danste om de verkeerde redenen. “Ik voelde steeds vaker, hé, hier klopt iets niet. Het dansen gaf me altijd bevestiging; ik werd erdoor gezien. Maar hier was ik niet meer de beste. Er waren zó veel goede dansers die in mijn ogen veel beter en creatiever waren. Mijn behoeftes werden niet meer vervuld. Dat was een pijnlijk inzicht. Vaak ging ik huilend en met buikpijn naar school.” Na veel zelfonderzoek besloot ze de studie wél af te maken. “Ik wilde toch een diploma halen en geen gigantische studieschuld oplopen.” En het lukt haar. In de zomer van 2023 stapte ze bij de Fontys Academy of the Arts de deur uit. Het papiertje, maar ook een illusie rijker.

Soms voelt het als falen
Ze wilde dus geen danser worden. Maar wat dan wel? Het loslaten van de oude droom kostte tijd. Haar bijbaan bij de bakker werd haar baan, voor vier dagen in de week. “Het is leuk werk met superfijne collega’s. Maar toch voelt het soms als falen. Als oud-studiegenoten of docenten hier brood komen kopen, voel ik me zo klein. Ik denk alleen maar: zij zien me hier staan, terwijl ik had moeten dansen.”

Ze vertelde zichzelf en anderen dat ze nog audities zou doen, maar diep van binnen wist ze: dit is niet meer mijn droom. “Steeds vaker dacht ik: misschien moet ik dit helemaal niet meer willen. Misschien is mijn pad anders dan ik dacht. Maar dat is zo raar, joh, als je al zó lang op een spoor zit.”

Afstand
In de herfst van 2024 koos ze bewust voor een zijspoor en liep een deel van The Fishermen’s Trail – een Portugees pelgrimspad. “Het was een pittige, maar mooie wandeling. Stap voor stap kwam ik dichter bij mezelf. Ik kon niet meer om de antwoorden heen. Ik wil een leven met rust. Stabiliteit. Ik hoef niet te dansen, en ik wil ook geen veertig uur per week werken.”

Route herberekend
Dit was twee maanden geleden. Nu – eind januari 2025 – staat ze op een nieuw kruispunt. “Ja, ik ga weg uit Tilburg. Mijn spullen gaan naar mijn moeder en ik ga op avontuur, met iemand die ik ontmoette in Portugal.” Er verschijnt een twinkeling in haar ogen. “Riccardo. Ik ga eerst naar Italië om samen te snowboarden. Daarna gaan we naar Marokko. En dan zie ik wel.” Je zou kunnen zeggen, de route wordt herberekend, richting een andere droom. “Nou, dit ís mijn droom, want ik heb altijd willen reizen. Om wakker te worden met de vraag: wat wil ik vandaag, in plaats van wat moet ik vandaag? Soms betekent dat een dag vol creativiteit, soms juist een dag van rust – maar altijd mijn eigen keuze, mijn eigen ritme.” De eindbestemming? “Ik heb geen idee. Maar hoe ver ik ook ga, het brengt me alleen maar dichter bij mezelf. Zo zie ik dat.”

Een boodschap voor iedereen
“Mag ik nog een ding zeggen?”, oppert ze. “Ik denk dat we ons állemaal wel wat kwetsbaarder mogen opstellen. Want we doen altijd maar alsof alles goed gaat, maar iedereen heeft zijn eigen struggles. En als we dat eens wat meer delen, dan voelen we ons wat meer verbonden met elkaar. En dat is precies wat we nodig hebben in deze wereld.”

Broodnodige omwegen
Ze kijkt even naar de panini met kaas die voor haar staat, glimlacht en voegt toe: “Ik dacht laatst nog: ik heb een flinke studieschuld en doe er nu helemaal niks meer mee. Maar dan besef ik: ik ben wél dichter bij mezelf dan ooit. Blijkbaar had ik die omwegen nodig. De afwijzingen, de worsteling, zélfs het besef dat ik niet gelukkig werd van dans. Het bracht me hier, en ik weet nu beter wie ik ben én wat ik nodig heb. In ieder geval voor de komende tijd. En daarna? Dat zien we dan wel.”

Terug naar de bakker
En daarmee is ons gesprek in de LocHal ten einde. Een mooiere afsluiting kan ik me niet wensen. Behalve misschien nog een paar waldkorns, vakkundig gesneden door Femke. Want ik ga nog één keer langs de bakker, nu ze nog in Tilburg is. Maak ik meteen een paar foto’s.